Amam
Betekenis en beschrijving
Amam is een oudtestamentisch figuur uit de Bijbel. Hoewel er weinig specifieke informatie over Amam beschikbaar is, wordt hij genoemd in het boek Numeri, hoofdstuk 21, vers 26.
In dit vers wordt Amam genoemd als een van de koningen van het Amoritische volk. De Amorieten waren een oude Semitische stam die in het Midden-Oosten woonde. Ze speelden een belangrijke rol in de geschiedenis van het oude Israël en worden vaak genoemd in de Bijbel.
Hoewel de exacte betekenis van de naam Amam niet bekend is, kan het worden afgeleid van het Hebreeuwse woord 'amam', wat 'verbergen' of 'verduisteren' betekent. Dit zou kunnen verwijzen naar de rol die Amam speelde als een koning die zich verstopte voor de Israëlieten tijdens hun veroveringstocht door het land Kanaän.
Amam is slechts een van de vele oudtestamentische figuren die in de Bijbel worden genoemd. Elk van deze figuren heeft zijn eigen unieke betekenis en draagt bij aan de rijke geschiedenis en leer van het jodendom en het christendom.