Chusas
Oudtestamentisch figuur
Chusas was een oudtestamentisch figuur die voorkomt in de Bijbel. Hij wordt genoemd in het boek Handelingen, hoofdstuk 8, vers 27. Chusas was een Ethiopische eunuch en diende als schatbewaarder van de koningin van Ethiopiƫ.
Volgens de Bijbel ontmoette Chusas de apostel Filippus tijdens zijn reis naar Jeruzalem. Hij was op dat moment terug aan het reizen naar Ethiopiƫ en zat in zijn wagen te lezen uit het boek van de profeet Jesaja. Filippus sprak Chusas aan en vroeg of hij begreep wat hij aan het lezen was. Chusas antwoordde dat hij hulp nodig had om de tekst te begrijpen.
Filippus legde Chusas de betekenis van de tekst uit en vertelde hem over Jezus Christus. Chusas was zo onder de indruk van Filippus' woorden dat hij besloot zich te bekeren tot het christendom. Hij vroeg Filippus om hem te dopen en Filippus voldeed aan zijn verzoek.
Chusas wordt beschouwd als een belangrijk figuur in het vroege christendom, omdat hij een van de eerste niet-Joodse gelovigen was die gedoopt werd. Zijn bekering en doop symboliseerden de uitbreiding van het christendom buiten de Joodse gemeenschap.
Hoewel er niet veel bekend is over Chusas buiten zijn ontmoeting met Filippus, blijft zijn verhaal een belangrijk onderdeel van de Bijbelse geschiedenis. Het laat zien dat het christendom openstaat voor mensen van alle achtergronden en dat geloof en bekering mogelijk zijn voor iedereen, ongeacht hun afkomst of positie in de samenleving.