Cornelius
Introductie
Cornelius is een oudtestamentisch figuur die voorkomt in de Bijbel. Hij wordt beschreven als een rechtvaardige man die leefde in de tijd van het Oude Testament. Cornelius wordt genoemd in het boek Handelingen, hoofdstuk 10.
Achtergrond
Cornelius was een Romeinse officier, een centurion genaamd. Hij diende onder het gezag van de Romeinse keizer en was gestationeerd in Caesarea. Cornelius stond bekend als een godvrezend man, die samen met zijn hele huishouden God diende en rechtvaardigheid nastreefde.
Ontmoeting met Petrus
Op een dag ontving Cornelius een visioen waarin een engel van God tot hem sprak. De engel vertelde hem om Petrus, een apostel van Jezus Christus, te laten komen. Cornelius gehoorzaamde en stuurde enkele van zijn dienaren naar Joppe om Petrus op te halen.
Doop en bekering
Toen Petrus bij Cornelius arriveerde, vertelde Cornelius over zijn visioen en zijn verlangen om meer over God te leren. Petrus predikte het evangelie aan Cornelius en zijn huishouden, en zij geloofden in Jezus Christus. Vervolgens werden Cornelius en zijn huishouden gedoopt als een teken van hun bekering.
Belangrijke betekenis
De ontmoeting tussen Cornelius en Petrus is van groot belang in het Nieuwe Testament. Het markeert het moment waarop het evangelie van Jezus Christus werd gebracht naar de niet-Joodse volken. Cornelius was de eerste niet-Jood die werd gedoopt en daarmee werd het evangelie toegankelijk voor alle volken.
Conclusie
Cornelius was een rechtvaardige Romeinse officier die God vreesde en verlangde naar meer kennis over Hem. Zijn ontmoeting met Petrus leidde tot zijn bekering en de verspreiding van het evangelie onder de niet-Joodse volken. Cornelius speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van het christendom.