De verschillende aardperiodes in de geologische geschiedenis
Alluvium
Alluvium is een aardperiode waarin sedimenten, zoals zand, klei en grind, worden afgezet door rivieren. Deze periode wordt gekenmerkt door de vorming van vruchtbare bodems en het ontstaan van rivierdalen.
Carboon
Tijdens het carboon, dat ongeveer 360 tot 300 miljoen jaar geleden plaatsvond, werden grote hoeveelheden plantenmateriaal afgezet. Dit leidde tot de vorming van steenkool en de ontwikkeling van uitgestrekte moerassen en bossen.
Diluvium
Diluvium verwijst naar een aardperiode waarin grote hoeveelheden sedimenten werden afgezet door smeltwater van gletsjers. Dit proces vond plaats tijdens de laatste ijstijd, ongeveer 2,6 miljoen jaar geleden.
Eoceen
Het eoceen was een aardperiode die ongeveer 56 tot 34 miljoen jaar geleden plaatsvond. Tijdens deze periode was het klimaat warmer dan tegenwoordig en kwamen er veel nieuwe planten- en diersoorten voor, waaronder de eerste moderne zoogdieren.
IJstijd
Tijdens een ijstijd is er sprake van langdurige periodes van koude temperaturen en uitgebreide ijsbedekking op de polen en in gematigde gebieden. Deze aardperiode wordt gekenmerkt door de vorming van gletsjers en het voorkomen van grote ijsmassa's.
Kwartair
Het kwartair is een aardperiode die ongeveer 2,6 miljoen jaar geleden begon en tot op heden voortduurt. Tijdens deze periode vonden er meerdere ijstijden plaats, afgewisseld met warmere interglacialen. Het kwartair is de meest recente aardperiode.
Trias
Het trias was een aardperiode die ongeveer 252 tot 201 miljoen jaar geleden plaatsvond. Tijdens deze periode ontstonden de eerste dinosauriƫrs en vond er een grote diversificatie plaats van planten- en diersoorten.