Afdoen: een veelzijdige term
Aanhouden, afbinden, afgorden
Afdoen kan verwijzen naar het stoppen of beëindigen van bepaalde handelingen, zoals het aanhouden van iets of iemand, het afbinden van een object of het afgorden van een gebied.
Afmaken, afnemen, afwerpen
Ook kan afdoen betekenen dat iets voltooid wordt, bijvoorbeeld het afmaken van een taak, het afnemen van een test of het afwerpen van een gewoonte.
Afwikkelen, afzetten, beslissen
Daarnaast kan afdoen verwijzen naar het afwikkelen van zaken, zoals het afzetten van een product, het beslissen over een kwestie of het afhandelen van een probleem.
Betalen, eindigen, reguleren
Ook kan afdoen betrekking hebben op financiële transacties, zoals het betalen van een rekening, het eindigen van een contract of het reguleren van een betaling.
Slachten, solveren, uitwerken
Afdoen kan ook betekenen dat iets definitief wordt beëindigd, zoals het slachten van een dier, het solveren van een puzzel of het uitwerken van een plan.
Verminderen, verschuiven, volbrengen
Daarnaast kan afdoen verwijzen naar het verminderen van iets, het verschuiven van een verantwoordelijkheid of het volbrengen van een opdracht.
Wegdoen, wegnemen
Tot slot kan afdoen betekenen dat iets wordt weggedaan of weggenomen, bijvoorbeeld het wegdoen van afval of het wegnemen van een obstakel.