Deel van Misgewaad: Een Overzicht
Albe
De albe is een belangrijk onderdeel van het misgewaad. Het is een lang, wit gewaad dat gedragen wordt door priesters en diakens tijdens liturgische vieringen. De albe symboliseert zuiverheid en eenvoud, en wordt meestal gemaakt van linnen of katoen. Het wordt gedragen onder andere gewaden, zoals de stola en de kazuifel.
Amict
Het amict is een rechthoekige doek die om de nek en over de schouders wordt gedragen. Het wordt vastgemaakt met een koord of een speld. Het amict heeft zowel een praktisch als symbolisch doel. Het beschermt de kleding tegen vlekken en dient als herinnering aan de helm van het heilige hoofd van Christus.
Manipel
De manipel is een klein, rechthoekig stuk stof dat aan de linkerarm van de priester wordt gedragen. Het heeft dezelfde kleur als het liturgische seizoen en wordt gedragen tijdens de Mis. Het manipel was oorspronkelijk een zweetdoek, maar heeft nu voornamelijk een symbolische betekenis als herinnering aan de lasten van het priesterambt.
Singel
De singel is een brede, geweven band die om het middel wordt gedragen. Het wordt gebruikt om de albe op zijn plaats te houden en geeft de priester een gestroomlijnde uitstraling. De singel kan verschillende kleuren hebben, afhankelijk van het liturgische seizoen of de rang van de priester.
Stola
De stola is een langwerpige, versierde sjaal die over de schouders wordt gedragen. Het is een symbool van het priesterambt en wordt gedragen over de albe en de singel. De kleur en versieringen van de stola variëren afhankelijk van het liturgische seizoen en de rang van de priester.
Stool
De stool is een driehoekig stuk stof dat aan de voorkant van de albe wordt gedragen. Het wordt vastgemaakt met een koord en hangt tot aan de knieën. De stool heeft een decoratieve functie en wordt meestal gemaakt van dezelfde stof als de albe. Het geeft het misgewaad een elegante en formele uitstraling.