De structuur van een sonnet

Een sonnet is een dichtvorm die bestaat uit veertien regels en een vastgestelde structuur. Deze structuur is opgebouwd uit verschillende delen, die elk een specifieke functie hebben binnen het gedicht.

De cesuur

De cesuur is een belangrijk onderdeel van een sonnet. Het is een natuurlijke pauze of ademhaling in het midden van een regel. Deze pauze verdeelt het sonnet in twee delen, waardoor er een spanningsveld ontstaat tussen de eerste en tweede helft van het gedicht.

De kwatrijnen

Een sonnet bestaat uit twee kwatrijnen, ook wel de eerste en tweede strofe genoemd. Elk kwatrijn bestaat uit vier regels en heeft vaak een eigen rijmschema. In deze kwatrijnen wordt vaak een probleem, vraagstuk of situatie geschetst.

Het octaaf

Het octaaf is het eerste deel van het sonnet en bestaat uit de eerste acht regels. Het octaaf heeft meestal een vast rijmschema, zoals abba abba. In het octaaf wordt vaak een probleem of situatie geïntroduceerd en uitgewerkt.

Het sextet

Het sextet is het tweede deel van het sonnet en bestaat uit de laatste zes regels. Het sextet heeft vaak een ander rijmschema dan het octaaf, bijvoorbeeld cdc dcd. In het sextet wordt vaak een oplossing, conclusie of wending gegeven.

De terzinen

Een sonnet eindigt meestal met twee terzinen, ook wel de derde en vierde strofe genoemd. Elk terzine bestaat uit drie regels en heeft vaak een eigen rijmschema. In deze terzinen wordt vaak een conclusie getrokken of een emotionele reactie gegeven.

Deze delen van een sonnet zorgen samen voor een gestructureerd en evenwichtig gedicht. Door de vaste vorm en structuur van een sonnet kan de dichter op een creatieve manier spelen met taal en emotie.