Hellen: een natuurlijk fenomeen van hellingen en buigingen
Afhellen en aflopen
Hellen is een term die wordt gebruikt om het proces van afhellen of aflopen van een oppervlak te beschrijven. Wanneer een oppervlak afhelt, buigt het naar beneden toe, waardoor het een helling vormt. Dit kan zowel een natuurlijk fenomeen zijn, zoals een heuvel of een berg, als een kunstmatige constructie, zoals een trap of een hellingbaan.
Afwijken en buigen
Het begrip hellen kan ook verwijzen naar het afwijken van een rechte lijn of een horizontaal vlak. Wanneer een object of oppervlak buigt, wijkt het af van zijn oorspronkelijke vorm of positie. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een gebogen weg of een gebogen dak.
Glooien en neigen
Glooien is een ander woord dat gebruikt kan worden om het hellen van een oppervlak te beschrijven. Het verwijst naar het geleidelijk omhoog of omlaag gaan van een terrein. Een glooiend landschap kan bijvoorbeeld heuvels, dalen of hellingen bevatten. Neigen is een synoniem voor glooien en beschrijft ook het geleidelijk hellen van een oppervlak.
Overhalen en overhangen
Overhalen en overhangen zijn termen die gebruikt worden om het hellen van objecten te beschrijven. Wanneer een object overhelt, buigt het naar één kant toe. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een boom die door de wind wordt omgebogen. Overhangen verwijst naar een vergelijkbaar fenomeen, waarbij een object over de rand van een oppervlak hangt.
Plangeren en schuin aflopen
Plangeren is een term die gebruikt wordt om het schuin aflopen van een oppervlak te beschrijven. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij een hellingbaan of een trap. Schuin aflopen verwijst naar een vergelijkbaar fenomeen, waarbij een oppervlak een schuine hoek vormt ten opzichte van de horizontale lijn.
Zulmen en omhooggaan
Zulmen is een term die gebruikt wordt om het hellen van een schip te beschrijven. Wanneer een schip zulmt, buigt het naar één kant toe. Omhooggaan verwijst naar een vergelijkbaar fenomeen, waarbij een object of oppervlak omhoog buigt.