Interpoleren: Inlassen, inschuiven, toevoegen

Wat is interpoleren?

Interpoleren is een term die wordt gebruikt in verschillende vakgebieden, zoals wiskunde, informatica en beeldverwerking. Het verwijst naar het proces van het inlassen, inschuiven of toevoegen van waarden tussen bestaande gegevenspunten of -waarden.

Hoe werkt interpoleren?

Bij interpoleren wordt gebruik gemaakt van bekende gegevenspunten om de waarden van ontbrekende punten te schatten. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij het maken van een grafiek of het reconstrueren van ontbrekende gegevens in een dataset.

Er zijn verschillende methoden voor het interpoleren van gegevens, zoals lineaire interpolatie, polynomiale interpolatie en spline-interpolatie. Bij lineaire interpolatie wordt er een rechte lijn getrokken tussen twee bekende punten en wordt de waarde van het ontbrekende punt geschat op basis van de positie op deze lijn. Bij polynomiale interpolatie wordt er een polynoom gebruikt om de ontbrekende waarden te schatten, terwijl bij spline-interpolatie er gebruik wordt gemaakt van krommen die de gegevenspunten verbinden.

Toepassingen van interpoleren

Interpoleren wordt veel gebruikt in verschillende toepassingen. In de wiskunde wordt het bijvoorbeeld gebruikt om continue functies te benaderen op basis van discrete gegevenspunten. In de informatica wordt interpolatie gebruikt bij het schalen van afbeeldingen, waarbij ontbrekende pixels worden toegevoegd om een vloeiend beeld te creëren. Daarnaast wordt interpolatie ook gebruikt in de geografie om hoogtegegevens te schatten tussen bekende meetpunten.

Kortom, interpoleren is een proces waarbij ontbrekende waarden worden ingevuld door schattingen te maken op basis van bekende gegevenspunten. Het wordt gebruikt in verschillende vakgebieden en heeft verschillende toepassingen, zoals het maken van grafieken, het reconstrueren van ontbrekende gegevens en het schalen van afbeeldingen.