De jaartelling in de islamitische kalender
Inleiding
De islamitische jaartelling, ook wel de mohammedaanse jaartelling genoemd, is gebaseerd op de hedsjra, ook wel hidzjra genoemd. Dit is de migratie van de profeet Mohammed van Mekka naar Medina in het jaar 622 na Christus. De islamitische kalender is een maankalender en verschilt daarmee van de gregoriaanse kalender die in het Westen wordt gebruikt.
De islamitische jaartelling
De islamitische jaartelling begint op het moment van de hedsjra, dus het jaar 1 van de islamitische kalender is gelijk aan het jaar 622 na Christus. Elk jaar in de islamitische kalender bestaat uit 12 maanden van 29 of 30 dagen, afhankelijk van de maanstand. Hierdoor duurt een islamitisch jaar ongeveer 354 of 355 dagen, wat korter is dan een gregoriaans jaar.
De maanden in de islamitische kalender
De maanden in de islamitische kalender zijn als volgt:
- Muharram
- Safar
- Rabi al-Awwal
- Rabi al-Thani
- Jumada al-Awwal
- Jumada al-Thani
- Rajab
- Sha'ban
- Ramadan
- Shawwal
- Dhu al-Qi'dah
- Dhu al-Hijjah
Gebruik van de islamitische jaartelling
De islamitische jaartelling wordt voornamelijk gebruikt in de islamitische wereld voor religieuze en culturele doeleinden. Het wordt gebruikt om de data van islamitische feestdagen, zoals het Suikerfeest en het Offerfeest, te bepalen. Daarnaast wordt de islamitische jaartelling ook gebruikt in officiƫle documenten en op kalenders in moslimlanden.
Conclusie
De islamitische jaartelling, gebaseerd op de hedsjra, is een belangrijk onderdeel van de islamitische cultuur en religie. Het verschilt van de gregoriaanse kalender en wordt gebruikt voor het bepalen van religieuze feestdagen en in officiƫle documenten in de islamitische wereld.