Lui: Afkerig van inspanning en arbeidsschuw
Flauw, gemakzuchtig en het werken beu
Lui zijn betekent afkerig zijn van inspanning en arbeid. Het is een eigenschap waarbij mensen het liefst zo min mogelijk doen en weinig energie hebben om actief bezig te zijn. Luiheid wordt vaak geassocieerd met flauwheid en gemakzuchtigheid. Mensen die lui zijn, hebben vaak geen zin om te werken en kunnen het werk als een last ervaren.
Inert, laks en langzaam
Luiheid kan zich uiten in inert gedrag, waarbij mensen weinig tot geen initiatief tonen. Ze zijn laks en traag in het oppakken van taken en hebben de neiging om dingen voor zich uit te schuiven. Luiheid kan er ook voor zorgen dat mensen log en loom worden, waardoor ze minder snel handelen en reageren.
Leertraag, leuzig en lieden
Luiheid kan ook van invloed zijn op het leervermogen van mensen. Leertraagheid kan optreden doordat luie mensen minder gemotiveerd zijn om nieuwe informatie op te nemen en zich in te spannen om iets nieuws te leren. Daarnaast kunnen luiheid en gebrek aan energie ervoor zorgen dat mensen leuzig worden, wat betekent dat ze weinig interesse tonen in wat er om hen heen gebeurt.
Sloom, traag en vaddig
Luiheid wordt vaak geassocieerd met sloomheid en traagheid. Mensen die lui zijn, hebben de neiging om langzaam te bewegen en weinig energie te hebben. Ze kunnen zich vaddig voelen, wat betekent dat ze zich futloos en vermoeid voelen zonder enige motivatie om actief te zijn.
Vadsig volk en werkschuw
Luiheid wordt soms ook gebruikt om een hele groep mensen te beschrijven. In dit geval wordt er gesproken over vadsig volk, wat betekent dat de groep als geheel als lui wordt gezien. Daarnaast wordt luiheid vaak geassocieerd met werkschuw gedrag, waarbij mensen geen zin hebben om te werken en liever niets doen.
Al met al is luiheid een eigenschap waarbij mensen afkerig zijn van inspanning en arbeid. Het gaat gepaard met een gebrek aan energie, traagheid en een gebrek aan motivatie om actief bezig te zijn.