Onderdelen van een geweer

Grendel

De grendel is een belangrijk onderdeel van een geweer. Het zorgt ervoor dat de patroon in de kamer van het geweer wordt vergrendeld, zodat de trekker kan worden overgehaald en het schot kan worden afgevuurd.

Haan

De haan is verantwoordelijk voor het spannen van de slagpin en het vrijgeven ervan wanneer de trekker wordt overgehaald. Hierdoor kan de slagpin de patroon tot ontsteking brengen en het schot afvuren.

Kolf

De kolf is het achterste deel van het geweer dat tegen de schouder van de schutter rust. Het biedt stabiliteit en controle tijdens het schieten, en kan vaak worden aangepast aan de individuele behoeften van de schutter.

Korrel

De korrel is een klein metalen puntje aan de voorkant van de loop van het geweer. Het dient als richtpunt en helpt de schutter om nauwkeurig te mikken op het doel.

Loop

De loop is het buisvormige gedeelte van het geweer waar de kogel doorheen wordt afgevuurd. Het zorgt voor de juiste richting en snelheid van de kogel en kan verschillende lengtes en profielen hebben, afhankelijk van het type geweer.

Magazijn

Het magazijn is een compartiment in het geweer waarin de patronen worden bewaard en klaargemaakt voor het laden. Het kan verschillende capaciteiten hebben, afhankelijk van het geweermodel.

Trekker

De trekker is het mechanisme waarmee de schutter het schot kan afvuren. Door de trekker over te halen, wordt de slagpin vrijgegeven en wordt de patroon tot ontsteking gebracht.

Tromp

De tromp is het uiteinde van de loop van het geweer. Het helpt bij het afvoeren van de hete gassen die vrijkomen bij het afvuren van een schot en kan ook dienen als bevestigingspunt voor accessoires zoals dempers of mondingsremmen.

Vizier

Het vizier is een hulpmiddel dat op het geweer is gemonteerd om de schutter te helpen bij het richten op het doel. Het kan verschillende vormen en instellingen hebben, zoals een korrel en een keep, om nauwkeurig mikken mogelijk te maken.