De schepel: een oude inhoudsmaat voor koren

Wat is een schepel?

Een schepel is een oude inhoudsmaat die werd gebruikt om koren te meten. Het was een veelgebruikte maat in vroegere tijden, voordat het metrische stelsel werd ingevoerd. Een schepel was een vaste hoeveelheid graan die in een speciale maatbak, ook wel een schepelbak genoemd, werd gedaan.

De schepel als korenmaat

De schepel werd voornamelijk gebruikt om koren te meten. Het was een belangrijke maat voor boeren en handelaren, omdat het hen in staat stelde om de hoeveelheid graan die ze verhandelden of op hun land verbouwden nauwkeurig te bepalen. Een schepel kwam overeen met een bepaald volume graan, meestal uitgedrukt in liters.

De schepel in de praktijk

Om een schepel graan te meten, werd de schepelbak tot de rand gevuld met graan. Vervolgens werd het overtollige graan afgeschraapt, zodat de bovenkant van de schepelbak mooi vlak was. Op deze manier werd ervoor gezorgd dat de hoeveelheid graan in de schepel altijd gelijk was.

De exacte grootte van een schepel kon variëren, afhankelijk van de regio of het land waarin het werd gebruikt. In Nederland kwam een schepel vaak overeen met ongeveer 10 liter graan. In andere landen kon dit echter anders zijn.

De schepel vandaag de dag

In de moderne tijd is de schepel als inhoudsmaat vrijwel volledig vervangen door het metrische stelsel. Toch wordt de term nog steeds gebruikt in historische contexten of in literaire werken die zich afspelen in vroegere tijden.

Hoewel de schepel niet meer actief wordt gebruikt, blijft het een interessant stukje geschiedenis dat ons herinnert aan de manier waarop graan vroeger werd gemeten en verhandeld.