De stam der Israëlieten

Introductie

De stam der Israëlieten is een historische term die verwijst naar de nakomelingen van de twaalf zonen van Jakob, ook wel bekend als Israël. Deze stam is van groot belang in de geschiedenis en religie van het Joodse volk.

Oorsprong

De stam der Israëlieten vindt zijn oorsprong in het Bijbelse verhaal van Jakob, die later de naam Israël kreeg. Jakob had twaalf zonen, waaronder Jozef, Benjamin, Ruben, Simeon en Levi. Deze zonen en hun nakomelingen vormden de stammen van Israël.

Twaalf stammen

De stam der Israëlieten bestaat uit twaalf afzonderlijke stammen, elk vernoemd naar een van de zonen van Jakob. Deze stammen zijn: Ruben, Simeon, Levi, Juda, Issachar, Zebulon, Dan, Naftali, Gad, Aser, Jozef en Benjamin. Elke stam had zijn eigen territorium en identiteit binnen het Israëlische volk.

Religieuze betekenis

De stam der Israëlieten speelt een belangrijke rol in het Jodendom. Volgens de Joodse traditie zijn de twaalf stammen de voorouders van de Joodse natie. Daarnaast worden de stammen ook genoemd in de Hebreeuwse Bijbel, waar ze een prominente rol spelen in de geschiedenis van het volk Israël.

Verdeeldheid en diaspora

Na de dood van koning Salomo viel het koninkrijk Israël uiteen in twee delen: het noordelijke koninkrijk Israël en het zuidelijke koninkrijk Juda. Het noordelijke koninkrijk werd later veroverd door Assyrië en de stammen werden verspreid over verschillende gebieden. Dit wordt ook wel de 'verloren tien stammen' genoemd. Het zuidelijke koninkrijk werd later veroverd door Babylonië en de stam Juda bleef bestaan.

De stam der Israëlieten heeft dus een rijke geschiedenis en heeft een blijvende invloed gehad op het Joodse volk. De twaalf stammen vormen een belangrijk onderdeel van de Joodse identiteit en cultuur.

1 woorden gevonden
3
letters
Leer meer over SynoniemenWoordenboek.nl,
inclusief belangrijke disclaimers.