Stram: Een beschrijving van de eigenschappen

Wat betekent 'stram'?

'Stram' is een term die wordt gebruikt om verschillende eigenschappen te beschrijven, zoals afgemeten, houterig, jichtig, moeizaam, niet lenig, onbeweeglijk, onbuigzaam, pal, peuterig en stijf. Het verwijst naar een gebrek aan soepelheid en flexibiliteit in beweging of houding. Een persoon of object dat 'stram' is, kan zich moeilijk bewegen en heeft een beperkte bewegingsvrijheid.

Kenmerken van 'stram'

Wanneer iemand 'stram' is, kan dit worden waargenomen aan de hand van verschillende kenmerken. Een stram persoon beweegt zich moeizaam en met beperkte lenigheid. De bewegingen zijn niet vloeiend en kunnen houterig of stug lijken. De persoon kan ook een zekere stijfheid ervaren, waardoor het moeilijk is om zich vrijelijk te bewegen.

Daarnaast kan 'stram' ook verwijzen naar een onbuigzaamheid in houding of gedrag. Een stramme houding kan worden gekenmerkt door rechtop staan, met weinig beweging in de gewrichten. Het kan ook duiden op een strengheid of strakheid in de manier waarop iemand zich gedraagt, zonder veel flexibiliteit of toegeeflijkheid.

Gebruik van 'stram'

'Stram' wordt vaak gebruikt om de fysieke toestand van een persoon te beschrijven, vooral als deze moeite heeft met bewegen of een beperkte lenigheid heeft. Het kan ook worden gebruikt om de stijfheid of onbeweeglijkheid van objecten te beschrijven.

Daarnaast kan 'stram' ook figuurlijk worden gebruikt om een persoon of situatie te beschrijven die niet flexibel is of moeite heeft om zich aan te passen. Het kan verwijzen naar een starre houding, waarbij er weinig ruimte is voor verandering of compromis.

Kortom, 'stram' beschrijft een toestand van afgemeten, houterig, jichtig, moeizaam, niet lenig, onbeweeglijk, onbuigzaam, pal, peuterig en stijf zijn, zowel fysiek als figuurlijk. Het verwijst naar een gebrek aan soepelheid, flexibiliteit en bewegingsvrijheid.