Tuit: een veelzijdig woord met diverse betekenissen
Bek, deel van een ketel, deel van een koffiepot
Een tuit is een bek of snavel-achtige uitstulping aan een voorwerp. Het kan bijvoorbeeld verwijzen naar het deel van een ketel of koffiepot waar de vloeistof uitgeschonken wordt.
Deel van een pomp, haarbosje, hoofddeksel
Ook kan een tuit verwijzen naar een deel van een pomp, waar de vloeistof uitstroomt. Daarnaast kan het ook een haarbosje of een hoofddeksel beschrijven, dat spits toeloopt zoals een tuit.
Kegelschelp, neus, onderdeel van een theepot
Een tuit kan ook verwijzen naar een kegelschelp, een schelp met een spits toelopend uiteinde. Daarnaast kan het ook een synoniem zijn voor een neus, of het onderdeel van een theepot waar de thee uitgeschonken wordt.
Pijp van een ketel, punt, puntzak
Verder kan een tuit ook de pijp van een ketel of een spits toelopend eind van een voorwerp beschrijven, zoals bij een puntzak.
Schenkbuis, schenkmond, schenkpijp
Een tuit kan ook verwijzen naar een schenkbuis, schenkmond of schenkpijp, waar vloeistoffen uitgegoten worden.
Snuit, soort fuik, zeeltfuik
Tenslotte kan een tuit ook een synoniem zijn voor een snuit, een soort fuik of een zeeltfuik, waar vissen in gevangen worden.