Voormalig onderwijstype in Nederland
In Nederland waren er vroeger verschillende onderwijstypes die nu niet meer bestaan. Deze onderwijstypes werden gebruikt om leerlingen voor te bereiden op hun toekomstige carrière of om hen algemene kennis en vaardigheden bij te brengen.
1. IHNO
Het Instituut voor Huishoudelijk en Nijverheidsonderwijs (IHNO) bood meisjes praktisch onderwijs op het gebied van huishoudkunde en ambachten. Hier leerden zij vaardigheden die van pas kwamen in het dagelijks leven.
2. ILO
Het Instituut voor Land- en Tuinbouwonderwijs (ILO) richtte zich op jongeren die geïnteresseerd waren in landbouw en tuinbouw. Hier kregen zij zowel theoretisch als praktisch onderwijs om hen voor te bereiden op een carrière in deze sector.
3. LBO
Het Lager Beroepsonderwijs (LBO) bood praktisch onderwijs aan leerlingen die zich wilden voorbereiden op een beroep in de ambachtelijke, technische of dienstverlenende sector.
4. LEAO
De Lagere Economisch-Administratieve Opleiding (LEAO) was gericht op leerlingen die interesse hadden in een administratieve of economische loopbaan. Hier leerden zij basisvaardigheden op het gebied van boekhouden, handelskennis en secretariële werkzaamheden.
5. LHNO
Het Lager Huishoud- en Nijverheidsonderwijs (LHNO) bood meisjes praktisch onderwijs op het gebied van huishoudkunde en handenarbeid. Hier leerden zij vaardigheden die van pas kwamen in het dagelijks leven en in een toekomstig huishouden.
6. MAVO
De Middelbare Algemene Voortgezet Onderwijs (MAVO) bood leerlingen een brede algemene vorming en bereidde hen voor op een vervolgopleiding in het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) of de hogere algemene school (HAS).
7. MULO
De Meer Uitgebreid Lager Onderwijs (MULO) bood leerlingen een brede basisvorming en bereidde hen voor op een vervolgopleiding in het middelbaar onderwijs.
8. ULO
De Uitgebreid Lager Onderwijs (ULO) bood leerlingen een brede basisvorming en bereidde hen voor op een vervolgopleiding in het middelbaar onderwijs.