Aartsvaders en hun vrouwen

Introductie

In de Bijbel worden verschillende aartsvaders genoemd, zoals Abraham, Isaak en Jakob. Deze aartsvaders hadden ook vrouwen, die een belangrijke rol speelden in hun leven en in de geschiedenis van het Joodse volk.

Hagar

Hagar was de vrouw van Abraham en zij was de moeder van Ismaël. Ze werd de slavin van Sarah, de eerste vrouw van Abraham, en kreeg een zoon met Abraham toen Sarah geen kinderen kon krijgen. Hagar werd later verstoten, maar God beloofde haar dat Ismaël een groot volk zou worden.

Lea

Lea was de eerste vrouw van Jakob en de moeder van zijn oudste zonen. Hoewel Jakob eigenlijk met haar zus Rachel wilde trouwen, werd hij bedrogen en trouwde hij met Lea. Lea werd uiteindelijk de moeder van zes van Jakobs twaalf zonen.

Rachel

Rachel was de tweede vrouw van Jakob en de vrouw waar hij het meest van hield. Ze was de moeder van Jozef en Benjamin. Rachel stierf tijdens de geboorte van Benjamin, maar haar zonen speelden een belangrijke rol in de geschiedenis van het Joodse volk.

Rebekka

Rebekka was de vrouw van Isaak en de moeder van Jakob en Esau. Ze speelde een cruciale rol in het verhaal van Jakob die de zegen van zijn vader stal. Rebekka hielp Jakob om zich als Esau voor te doen, zodat hij de zegen kon ontvangen.

Sara

Sara was de vrouw van Abraham en de moeder van Isaak. Ze was oorspronkelijk onvruchtbaar, maar God zegende haar met een zoon op hoge leeftijd. Isaak werd uiteindelijk de vader van Jakob en Esau, en de belofte van God aan Abraham werd door hem voortgezet.