Ontdek de eigenschappen van wiskundige lichamen
Bol
Een bol is een wiskundig lichaam dat wordt gekenmerkt door zijn ronde vorm. Het oppervlak van een bol bestaat uit alle punten die dezelfde afstand hebben tot het middelpunt. Een bol heeft geen hoeken of randen en wordt vaak gebruikt om objecten met een ronde vorm te beschrijven, zoals planeten of ballen.
Cilinder
Een cilinder is een wiskundig lichaam dat bestaat uit twee cirkels en een gebogen oppervlak dat de cirkels verbindt. De twee cirkels worden de basis van de cilinder genoemd en de afstand tussen de twee cirkels wordt de hoogte van de cilinder genoemd. Cilinders worden vaak gebruikt om objecten met een langwerpige vorm te beschrijven, zoals blikjes of pijpen.
Kegel
Een kegel is een wiskundig lichaam dat bestaat uit een cirkelvormige basis en een punt, het topje van de kegel. Het oppervlak van een kegel bestaat uit de gebogen zijde en de basis. De hoogte van de kegel is de afstand tussen de basis en het topje. Kegels worden vaak gebruikt om objecten met een puntige vorm te beschrijven, zoals ijsjes of verkeerskegels.
Kubus
Een kubus is een wiskundig lichaam dat bestaat uit zes vierkante vlakken die allemaal dezelfde grootte hebben. De kubus heeft acht hoekpunten en twaalf ribben. Alle hoeken van een kubus zijn recht en alle zijden zijn even lang. Kubussen worden vaak gebruikt om objecten met een regelmatige vorm te beschrijven, zoals dobbelstenen of blokken.