De afkomst van Bethuël

Zoon van Nahor

Bethuël wordt in de Bijbel genoemd als de zoon van Nahor. Nahor was de broer van Abraham, de aartsvader van het Joodse volk. Bethuël was dus een neef van Abraham.

In de Bijbel wordt vermeld dat Bethuël de vader was van Rebekka, die later de vrouw werd van Isaak, de zoon van Abraham. Rebekka speelde een belangrijke rol in de voortzetting van het Joodse volk, aangezien zij de moeder werd van Jakob en Esau, de voorvaders van de twaalf stammen van Israël.

De naam Bethuël betekent "huis van God" in het Hebreeuws. Deze naam kan worden gezien als een verwijzing naar de belangrijke rol die Bethuël speelde in de voortzetting van het Joodse volk en de vervulling van Gods beloften aan Abraham.

Hoewel er niet veel specifieke details bekend zijn over het leven van Bethuël, is zijn afkomst en zijn rol als vader van Rebekka van groot belang in de Bijbelse geschiedenis. Zijn naam wordt genoemd in het boek Genesis, dat het begin van de Joodse geschiedenis beschrijft.

1 woorden gevonden
7
letters
Leer meer over SynoniemenWoordenboek.nl,
inclusief belangrijke disclaimers.