Natuurkundige begrippen: een overzicht

Aberratie

Aberratie verwijst naar de afwijking of verstoring van een licht- of geluidsgolf als gevolg van verschillende factoren, zoals de snelheid van de bron, de invalshoek of de breking ervan.

Adhesie

Adhesie is de aantrekkingskracht tussen moleculen van verschillende stoffen. Het zorgt ervoor dat stoffen aan elkaar blijven plakken, zoals water dat aan een glazen oppervlak blijft kleven.

Amplitudo

Amplitudo is de maximale uitwijking of grootte van een trilling of golf. Het geeft de intensiteit of sterkte van de trilling weer.

Arbeid

Arbeid is de energie die wordt overgedragen wanneer een kracht wordt uitgeoefend over een bepaalde afstand. Het wordt gemeten in joules (J).

Breking

Breking is het fenomeen waarbij een licht- of geluidsgolf van richting verandert wanneer het van het ene medium naar het andere gaat, bijvoorbeeld wanneer licht van lucht naar water gaat.

Buiging

Buiging is het verschijnsel waarbij een golf, zoals licht of geluid, van richting verandert wanneer het een obstakel tegenkomt of door een opening gaat.

Capaciteit

Capaciteit is de eigenschap van een systeem om elektrische lading op te slaan. Het wordt gemeten in farad (F).

Coherent

Coherentie verwijst naar de eigenschap van golven om in fase te zijn, wat betekent dat ze dezelfde frequentie en golfvorm hebben. Dit zorgt voor versterking of interferentie van de golven.

Cohesie

Cohesie is de aantrekkingskracht tussen moleculen van dezelfde stof. Het zorgt ervoor dat de moleculen bij elkaar blijven, zoals watermoleculen die aan elkaar kleven.

Demping

Demping is het proces waarbij de energie van een trilling of golf geleidelijk afneemt na verloop van tijd, meestal als gevolg van wrijving of weerstand.

Diffractie

Diffractie is het fenomeen waarbij een golf afbuigt of verspreid wordt wanneer het een obstakel tegenkomt of door een opening gaat. Dit kan leiden tot interferentiepatronen.

Energie

Energie is de capaciteit om arbeid te verrichten of warmte te produceren. Het kan voorkomen in verschillende vormen, zoals kinetische energie, potentiële energie of elektrische energie.

Fase

Fase verwijst naar de positie of toestand van een trilling of golf op een bepaald moment. Het kan ook verwijzen naar de relatie tussen twee of meer golven.

Gewicht

Gewicht is de kracht waarmee een object wordt aangetrokken door de zwaartekracht. Het wordt gemeten in newton (N).

Impuls

Impuls is de hoeveelheid beweging van een object en wordt berekend door de massa van het object te vermenigvuldigen met de snelheid ervan. Het wordt gemeten in kilogram meter per seconde (kg·m/s).

Impulsie

Impulsie is de verandering in impuls van een object als gevolg van een kracht die erop wordt uitgeoefend. Het wordt berekend door de kracht te vermenigvuldigen met de tijd waarover de kracht wordt uitgeoefend.

Inductie

Inductie is het proces waarbij een elektrische stroom wordt opgewekt in een geleider door een veranderend magnetisch veld.

Krachtstoot

Krachtstoot is de verandering in impuls van een object als gevolg van een kracht die er gedurende een zeer korte tijd op wordt uitgeoefend.

Lading

Lading is de eigenschap van deeltjes om elektrische krachten te ervaren. Het kan positief (+), negatief (-) of neutraal (0) zijn en wordt gemeten in coulomb (C).

Massa

Massa is de hoeveelheid materie in een object. Het is een fundamentele eigenschap van materie en wordt gemeten in kilogram (kg).

Moment

Moment is het product van een kracht en de afstand tot het draaipunt. Het geeft de neiging van een kracht om rotatie te veroorzaken weer.

Refractie

Refractie is het fenomeen waarbij een licht- of geluidsgolf van richting verandert wanneer het van het ene medium naar het andere gaat, bijvoorbeeld wanneer licht van lucht naar glas gaat.

Resonantie

Resonantie is het fenomeen waarbij een object of systeem wordt gedwongen om te trillen met een specifieke frequentie als gevolg van externe trillingen of pulsen met dezelfde frequentie.

Rotatie

Rotatie is de beweging van een object rond een as of draaipunt. Het wordt gekenmerkt door een hoeksnelheid en een traagheidsmoment.

S.g. / Sg

S.g. staat voor soortelijke massa en wordt gebruikt om de dichtheid van een stof te beschrijven. Het geeft de verhouding weer tussen de massa van een stof en het volume ervan.

Snelheid

Snelheid is de verandering van positie van een object per tijdseenheid. Het wordt gemeten in meter per seconde (m/s).

Straling

Straling verwijst naar de overdracht van energie in de vorm van elektromagnetische golven of deeltjes, zoals licht, warmte of radioactieve deeltjes.

Translatie

Translatie is de beweging van een object van de ene positie naar de andere, zonder rotatie. Het kan plaatsvinden in een rechte lijn of langs een kromme.

Trilling

Trilling is een periodieke beweging van een object of medium rond een evenwichtspositie. Het kan worden veroorzaakt door een externe kracht of energiebron.

Turbulentie

Turbulentie is de chaotische en onregelmatige beweging van een vloeistof of gas. Het wordt gekenmerkt door wervelingen en verstoringen in de stroming.

Vector

Een vector is een grootheid die zowel grootte als richting heeft. Het wordt gebruikt om krachten, snelheden en andere fysieke grootheden te beschrijven.

Vermogen

Vermogen is de snelheid waarmee arbeid wordt verricht of energie wordt overgedragen. Het wordt gemeten in watt (W).

Versnelling

Versnelling is de verandering van snelheid per tijdseenheid. Het geeft de mate aan waarin een object van snelheid verandert en wordt gemeten in meter per seconde kwadraat (m/s²).

Verstrooiing

Verstrooiing is het fenomeen waarbij een golf wordt verspreid of afgebogen door interactie met deeltjes of obstakels in het medium waarin het zich voortplant.