Schuin: een veelzijdig woord met verschillende betekenissen
Achteruitgaand en aflopend
Schuin kan verwijzen naar een achteruitgaande of aflopende beweging. Denk bijvoorbeeld aan een schuin aflopende weg of een schuin aflopend dak.
Cursief en diagonaal
Daarnaast wordt schuin vaak gebruikt om aan te geven dat iets cursief of diagonaal is geschreven of getekend. Denk aan schuine letters in een tekst of een schuine lijn op een grafiek.
Dwars en gerend
Schuin kan ook betekenen dat iets dwars of gerend is. Denk bijvoorbeeld aan een schuin afgesneden stuk stof of een schuine streep op een verkeersbord.
Glooiend en hellend
Daarnaast kan schuin verwijzen naar een glooiend of hellend oppervlak. Denk aan een schuin aflopende heuvel of een schuin geplaatste trap.
Leep en lijp
Schuin kan ook gebruikt worden om iemand te beschrijven die leep of lijp is, oftewel sluw of gek.
Neiging en helling
Schuin kan ook verwijzen naar een neiging of helling. Denk aan een schuin staande toren of een schuin aflopende weg.
Onzedelijk en obsceen
Schuin kan ook een negatieve connotatie hebben en verwijzen naar iets onzedelijks of obsceens. Denk aan schuine moppen of grappen.
Overdwars en overhoeks
Schuin kan ook betekenen dat iets overdwars of overhoeks is geplaatst. Denk aan een schuin geplaatste tafel of een schuin afgesneden stuk papier.
Wankelend en zedeloos
Tenslotte kan schuin ook verwijzen naar iets wankelends of zedeloos. Denk aan een schuin staande stapel boeken of een schuin oog.