Werkwoordsvorm: Een Overzicht van Taalkundige Termen
Infinitief
De infinitief is de onbepaalde vorm van een werkwoord. Het geeft geen informatie over tijd, persoon of aantal. In het Nederlands eindigt de infinitief meestal op -en, zoals "lopen" of "werken".
Irrealis
De irrealis is een werkwoordsvorm die gebruikt wordt om een onwerkelijke of hypothetische situatie uit te drukken. Het wordt vaak gebruikt in voorwaardelijke zinnen, zoals "Als ik rijk was, zou ik een wereldreis maken."
Participium
Het participium is een vorm van het werkwoord die gebruikt wordt om een voltooide tijd of een passieve vorm uit te drukken. In het Nederlands zijn er twee participia: het tegenwoordig deelwoord (bijvoorbeeld "rennend") en het verleden deelwoord (bijvoorbeeld "gelopen").
Persoonsvorm
De persoonsvorm is de vorm van het werkwoord die aangeeft in welke tijd en persoon de handeling plaatsvindt. Het is een essentieel onderdeel van een zin en kan veranderen afhankelijk van de tijd, persoon en aantal. Bijvoorbeeld: "Ik loop naar school."
Stam
De stam van een werkwoord is de vorm waaruit andere werkwoordsvormen worden afgeleid. Het is de basisvorm van het werkwoord zonder de uitgangen die specifiek zijn voor bepaalde vormen. Bijvoorbeeld: de stam van "werken" is "werk-".
Verbuiging
Verbuiging verwijst naar de veranderingen die een werkwoord ondergaat om verschillende vormen te vormen, zoals de tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooide tijd, enz. Dit omvat veranderingen in de vorm van de stam, het toevoegen van uitgangen en het veranderen van klinkers. Bijvoorbeeld: "Ik wandel, jij wandelt, hij wandelt."